In juli 2009 had de hele wereld aandacht voor de Chinese provincie Xinjiang, nadat hier een uit de hand gelopen protest plaatsvond waarbij honderden doden vielen onder de Chinese bevolking. Jarenlange spanning tussen de Oeigoeren en de Han-Chinezen resulteerden op dat moment in demonstraties en rellen. De Oeigoeren wilden onafhankelijk van China verder en kwamen op voor hun volk door hevig te protesteren tegen het discriminerende beleid van de Chinese regering waarin hun religieuze, politieke, educatieve en economische rechten beperkt worden (Human Right Watch, 2009). Het incident vormt sindsdien de grondslag voor een stevige grip vanuit de Chinese overheid op de provincie Xinjiang (Kopinga, 2019). Uit angst dat de Oeigoeren opnieuw doorslaan in het willen behouden van hun eigen land en cultuur, probeert de regering het Oeigoerse volk etnisch en cultureel te zuiveren.
Door: Julie le Sage
Het gaat hier dus om de Oeigoeren, een volk verwant aan de Turken en woonachtig in het meest Westelijke gedeelte van China, de provincie Xinjiang. De Oeigoeren hebben hun eigen cultuur en geloven, in tegenstelling tot veel andere Chinezen, in de islam (Amnesty International, z.d.). Xinjiang is de enige Chinese regio waarin de Han-Chinezen, de grootste etnische groep in China, een minderheid vormen. De afgelopen vijftig jaar trokken echter steeds meer Han-Chinezen naar deze Westelijke provincie. Xinjiang leidt China namelijk op het gebied van olie- en gasproductie. Daarnaast bevat de provincie een aantal belangrijke knooppunten in de Nieuwe Zijderoute waarvan Xi Jinping het economische meesterbrein is. De staat moedigt economische groei maar al te graag aan door Han-Chinezen naar deze provincie te sturen en kan opstandige Oeigoeren hierin niet gebruiken (NOS, 2020). Zij raken intussen steeds meer achter op de groeiende economie en mogen niet meeprofiteren. Mede hierdoor bestaat al decennialang spanning tussen de Oeigoeren en de Han-Chinezen en ontstaat een steeds grotere kloof tussen de twee etnische groepen, een waarin de Oeigoeren hun tradities, geloof en leefwijze gedwongen moeten onderdrukken (Human Rights Watch, 2009). Doen ze dit niet, dan helpen de Chinese autoriteiten met harde hand mee.
In het kader van een veilige samenleving is China sinds 9/11 begonnen met het toepassen van strenge toezichtsmaatregelen in de provincie Xinjiang, als bijdrage aan de wereldwijde strijd tegen terrorisme. In hun pogingen onafhankelijk te worden, zijn er meerdere keren Oeigoerse groepen geweest die geweld gebruikten in hun vrijheidsstrijd tegen China (Human Rights Watch, 2009). Op het gevaar wat deze groepen vormden, baseert China vandaag de dag haar strenge beleid in Xinjiang. De uitroeiing van de Oeigoeren wordt door de Chinese autoriteiten gerechtvaardigd onder het mom van nationaal belang (NOS, 2020). Zij stellen dat het voorkomen van terroristische aanslagen prevaleert boven het waarborgen van de Oeigoerse cultuur. Klinkt ergens logisch, maar deze motivatie vormt geen legitieme grond voor het feit dat er nu honderdduizenden onschuldige Oeigoeren worden bestraft.
De Oeigoeren bevinden zich in een surveillancestaat, een staat waarin zij continu in de gaten worden gehouden. Elke afgelegde meter wordt opgevangen door beveiligingscamera’s en de overheid kan volledig meekijken op de telefoons van de Oeigoeren (Kopinga, 2019). Daarnaast bestaan apps die de persoonlijke gegevens en dagbesteding van Oeigoeren bijhouden, zodat de regering bij elke twijfel en zogenaamde dreiging kan ingrijpen (Human Rights Watch, 2019). Op deze manier is Xinjiang inmiddels een van de Chinese voorlopers in het gebruik van technologie ter sociale controle. De Chinese autoriteiten stellen strikte (lees: onrechtvaardige) voorwaarden aan de bewegingsvrijheid van de Oeigoeren. De handhaving van de regels zie je terug in de hoeveelheid politie en checkpoints op straat (NOS, 2020). Hierbij is sprake van etnische discriminatie: Oeigoeren worden van straat gepikt waar Han-Chinezen mogen doorlopen. Zo wordt het Oeigoeren verboden om hoofddoeken te dragen, opvallende baarden te laten staan en de islam te uiten (Amnesty International, z.d.). Zij die desondanks ‘verkeerde’ signalen afgeven, worden gedwongen deze af te leren in heropvoedingskampen.
Volgens China zijn dit soort kampen vergelijkbaar met scholen (Human Rights Watch, 2019). In deze scholen zou onder andere de Oeigoerse moedertaal plaats maken voor Mandarijn en worden er traditionele Chinese liederen, geschreven door president Xi Jinping, gezongen. Er wordt beweerd dat enkel radicale moslims in de kampen zitten en dat de focus ligt op omscholing van deze mensen (NOS, 2020).
Waar China zegt dat het om scholing gaat, klinken vanuit het Oeigoerse volk zelf hele andere geluiden. Zij gebruiken eerder termen als ‘heropvoedingskampen’ en ‘gevangenissen’ en zouden zich in de kampen onder schrijnende omstandigheden bevinden. Er wordt gesproken van hersenspoeling om aan de Communistische Partij te doen gehoorzamen. Marteling is eerder de regel dan de uitzondering en vrouwen zouden onvruchtbaar worden gemaakt met behulp van injecties. Op deze manieren wordt gepoogd voortplanting te dwarsbomen en het Oeigoerse volk op de lange termijn uit te roeien. Ook worden ouders en kind van elkaar gescheiden en wordt contact vanuit de kampen onmogelijk gemaakt. Kinderen wier ouders vastzitten, krijgen geen Oeigoerse opvoeding en zo zal hun erfgoed steeds meer vervagen (Kopinga, 2019). Veel van de bovenstaande, schokkende geluiden zijn er echter niet. Naar schatting zitten er namelijk nog 1 tot 3 miljoen Oeigoeren in de kampen en onder de inmiddels bevrijde Oeigoeren houden de meesten uit angst hun mond.
‘’Er zijn zware martelingen, zelfs tot de dood erop volgt, net zolang tot je schuld bekent aan iets wat je nooit hebt gedaan’’ (Ex-gevangene Oeigoer uit Xinjiang)
Jarenlang werd het bestaan van deze kampen ontkend door China. President Xi Jinping bracht lang niets naar buiten om de handel met het Westen in stand te houden. Het uitwissen van de Oeigoeren blijft echter niet langer onopgemerkt. De laatste jaren ontstonden steeds meer vraagtekens vanuit het Westen rondom de Oeigoeren en hun situatie in China. Mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch buigen zich al langer over de kwestie en ook de Verenigde Naties uit inmiddels haar zorgen en dringt aan op onderzoek in Xinjiang (Amnesty International, z.d.). Daarnaast ondertekenden veel Westerse landen, waaronder Nederland, afgelopen zomer een brief waarin zij de situatie van de Oeigoeren afkeuren (NOS, 2019). China geeft echter geen gehoor aan de zorgen.
‘’China heeft geprobeerd de boel op slot te houden, maar ziet nu ook wat er naar buiten komt en noemt de geluiden vanuit Xinjiang fake news’’ (Correspondent Sjoerd den Haas)
Ondanks de Westerse kritiek is van ingrijpen nog geen sprake. China weet een stokje te steken voor het werk van de meeste journalisten en houdt belangrijke informatie achter om imagoschade voor te zijn. Zelfs in Nederland hebben gevluchte Oeigoeren te maken met de Chinese onderdrukking: zij worden ook hier grondig in de gaten gehouden en hun telefoons worden met regelmaat gehackt (Amnesty International, 2020). Indien blijkt dat Oeigoeren hier een misstap zetten, zijn hun familieleden in Xinjiang hier de dupe van. Daarnaast zijn er veel (niet-Westerse) landen die hun mond houden omdat zij afhankelijk zijn van China. Zo sprak de Turkse president Erdogan zich in 2009 uit tegen de etnische genocide, maar dergelijke kritiek is wegens economische afhankelijkheid van China langzaam op de achtergrond verdwenen (NOS, 2019).
Uit het bovenstaande blijkt dat de situatie van de Oeigoeren vraagt om ingrijpen. Het is aan de Chinese overheid om de jarenlange discriminatie en indoctrinatie van onschuldige Oeigoeren te stoppen. Het feit dat China belangrijk is voor een groot deel van de wereldeconomie en hierdoor over een internationale gunfactor beschikt, weegt niet op tegen de onrechtmatige surveillance en etnische zuivering die zich op dit moment binnen de grenzen van Xinjiang afspelen. China heeft lange tijd gewerkt aan het uitwissen van een complete bevolkingsgroep. Dit kan niet langer onopgemerkt blijven. Door meer gehoor te geven aan de situatie van de Oeigoeren, oefenen we een stukje druk uit op China en zullen de oproepen van kritische landen en mensenrechtenorganisaties op de lange termijn niet onbeantwoord kunnen blijven.
Amnesty International. (2020, 21 februari). Oeigoeren zijn nergens veilig, zelfs niet in Nederland. Geraadpleegd van https://www.amnesty.nl/actueel/oeigoeren-zijn-nergens-veilig-zelfs-niet-in-nederland
Amnesty International. (Z.d.). Wat je moet weten over de situatie van de Oeigoeren. Geraadpleegd van https://www.amnesty.nl/oeigoeren-in-china
Human Rights Watch. (2009). Geraadpleegd van https://www.hrw.org/sites/default/files/reports/xinjiang1009web.pdf
Human Rights Watch. (2019). China’s Algorithms of Repression. Geraadpleegd van https://www.hrw.org/report/2019/05/01/chinas-algorithms-repression/reverse- engineering-xinjiang-police-mass-surveillance
Kopinga, W. (2019, 5 juli). Miljoenen Oeigoeren worden in China onderdrukt, en de situatie verslechtert. Geraadpleegd van https://nos.nl/artikel/2292184-miljoenen-oeigoeren-worden-in-china-onderdrukt-en-de-situatie-verslechtert.html
NOS. (2019). Kritiek op China om Oeigoeren neemt toe, maar nog nauwelijks harde veroordeling. Geraadpleegd van https://nos.nl/artikel/2315066-kritiek-op-china-om-oeigoeren-neemt-toe-maar-nog-nauwelijks-harde-veroordeling.html
NOS. (2020). ‘Oeigoeren naar kampen vanwege dragen hoofddoeken en baarden’. Geraadpleegd van https://nos.nl/artikel/2323522-oeigoeren-naar-kampen-vanwege-dragen-hoofddoeken-en-baarden.html