De opleiding bij de FBI en hoe het werkveld door de jaren heen veranderd is
Door: Jette van Geffen, Remco Witjes en Julien de Boer
Carlo Schippers is de eerste profiler die Nederland kent. Het ‘profilen’ is een breed vak dat niet zomaar geleerd is. Het is meer dan alleen een daderprofiel maken: niet alleen de dader en diens gedrag, maar ook het slachtoffer, de omgeving, getuigen, hulpverleners en politie spelen een rol bij het in kaart brengen van een misdrijf. Het van oorsprong Amerikaanse begrip ‘profilen’ wordt in Nederland Recherchepsychologiegenoemd. Deze techniek wordt sinds 1991 in Nederland gebruikt in rechercheonderzoeken van zwaardere misdrijven. Waar inmiddels al meerdere mensen zijn opgeleid tot profiler, was dit tot drie decennia geleden nog onbekend gebied voor de Nederlandse Politie. De Partnershipcommissie heeft de gelegenheid gehad om Carlo Schippers te spreken over zijn vijfenveertig jaar durende carrière bij de Nederlandse Politie, waaronder zijn werk als profiler.
Carrièreverloop
De heer Schippers is sinds 2021 met pensioen en heeft zich vandaag de dag gevestigd in Canada met zijn vrouw. Desondanks is hij in contact gebleven met mensen die hij binnen de politie kent en doet hij nog af en toe zijn verhaal op mediaplatforms, bij nieuw opgeleide profilers en bij studenten.
Schippers’ verhaal begon op het moment dat hij vroegtijdig de middelbare school had verlaten. Hij besloot in 1976 op achttienjarige leeftijd bij de politie aan de slag te gaan. Na de opleiding startte hij zijn carrière als agent in uniform in Amsterdam bij Bureau Lijnbaansgracht (nabij het bekende Leidseplein). Hier deed hij veel ervaring op en na 5 jaar solliciteerde hij bij de recherche.
“Er speelde destijds van alles in Amsterdam. Er was van alles te doen,
maar ik had constant die behoefte om naar de recherche te gaan.”
Schippers begon in 1982 aan zijn recherche opleiding. Hier kreeg hij gedurende een jaar allerlei aspecten van het recherchewerk geleerd. Hierna werd hij geplaatst bij de Vreemdelingendienst. Deze plaatsing op een voornamelijk administratieve functie was natuurlijk niet wat hij verwacht had na het afronden van de rechercheopleiding. Schippers had een vaste werkpartner, die hij tot op de dag van vandaag als vriend beschouwt. Samen hebben zij hier het beste van gemaakt en konden zij nog af en toe een bijdrage leveren aan het onderzoek van moordzaken.
“Een vermoorde vreemdeling maakte al heel snel dat mensen van
de Vreemdelingendienst ook in het moordonderzoek kwamen.”
Het jaar 1985 was een keerpunt in de carrière van Schippers. Hij werd overgeplaatst naar de afdeling Ernstige Delicten waar iedere week wel een nieuwe moordzaak aan de orde kwam. Hier deed Schippers jarenlang ervaring op als het gaat om het in kaart brengen en oplossen van moordzaken. In die tijd had de FBI sinds enige jaren een weinig bekende gespecialiseerde opleiding voor profilers. Daarnaast viel op dat ondanks de verschillen tussen beide samenlevingen, het gedrag van daders in Nederland en de Verenigde Staten veel overeenkomsten vertoont.
Zo benoemde Schippers de vergelijking tussen fietsers en vrachtwagenchauffeurs. In de jaren ‘80 waren in de VS een aantal vrachtwagenchauffeurs opgepakt die seriemoordenaar bleken te zijn. Gebruikmakend van de lange trajecten die ze in hun vrachtauto konden afleggen binnen de Verenigde Staten zochten ze onderweg ook naar mogelijke slachtoffers. In het kleine Nederland zou een vrachtwagenchauffeur die optie niet hebben, de Duitse of Belgische grens is meestal al binnen zo’n 1,5 uur rijden bereikt. Een serieverkrachter in Rotterdam paste de Amerikaanse werkwijze echter feilloos aan de Nederlandse omstandigheden aan en zocht zijn slachtoffers terwijl hij rondreed op zijn fiets. Dit zoekgedrag naar slachtoffers door verkrachters en moordenaars wordt ‘cruisen’ genoemd.
“Er is een lokale aanpassing, maar het gedragsmatige aspect is eigenlijk
heel vergelijkbaar.”
Mede dankzij gevonden overeenkomsten is een geselecteerde groep binnen de politie naar de Verenigde Staten afgereisd om een week lang het werk van die afdeling binnen de FBI te volgen.
“Wij hebben vergelijkbare daders die vergelijkbare delicten plegen.”
De Nederlandse Politie kwam tot de conclusie dat het van grote meerwaarde zou zijn als een Nederlandse rechercheur een jaar de opleiding van de FBI zou volgen. De eisen waren dat de betreffende persoon een ruime ervaring had binnen het onderzoeken van moord- en zedenzaken en beschikte over een goede kennis van de Engelse taal. Hiermee vielen de schijnwerpers op Carlo Schippers.
“En dat betekende dat ik in september 1990 met twee koffers op Schiphol
stond en voor een jaar naar de FBI vertrok.”
Opleiding bij de FBI
Deze opleiding van de FBI werd gevolgd door politiemensen met verschillende achtergronden. Zo had je mensen van diverse politie-instanties in de grootste steden van de Verenigde Staten, maar ook mensen van verschillende federale instanties, zoals het ATF (het Bureau of Alcohol, Tobacco, Firearms and Explosives) en de Secret Service, die houden zich onder anderen bezig met het beveiligen van de president.
Er zat echter geen verschil tussen de vorm van onderwijs die al deze mensen kregen. Het menselijk gedrag wordt op dezelfde manier geïnterpreteerd, ongeacht voor welke dienst iemand werkzaam is. Alleen de manier waarop deze kennis wordt toegepast in de praktijk en dus ook de daarbij horende werkzaamheden verschilt van elkaar.
Het belangrijkste wat Carlo Schippers hier leerde was dat het vakgebied profilen veel breder is dan alleen kijken naar het gedrag van de daders. In dit vakgebied wordt ook gekeken naar de gedragingen van slachtoffers, getuigen en politiemensen. Het ene slachtoffer kan door een dader als minder weerbaar worden gezien dan de ander. Daarnaast kunnen getuigen en politiemensen het onderzoek naar een bepaald delict op een zodanige manier beïnvloeden dat ook hun rol als zeer van belang wordt beschouwd. Dit maakt dat het van belang is om hun gedragingen onder de loep te nemen. Voordat een profiler een daderprofiel opstelt wordt dus eerst gekeken naar het samenspel van al deze actoren.
Verwerking van heftige gebeurtenissen
Tijdens zijn carrière heeft Carlo Schippers allerlei gruwelijkheden voorbij zien komen, eerst tijdens zijn werk op de afdeling Ernstige Delicten in Amsterdam en vervolgens tijdens zijn werk als profiler. Hij heeft hier op persoonlijk vlak nooit klachten van ervaren, maar binnen de politie waren er genoeg mensen die problemen kregen met de aanhoudende zware psychische belasting.
In Nederland was in de tijd dat Schippers bij de afdeling Ernstige Delicten werkzaam was geen sprake van begeleiding vanuit de politie als het ging om de verwerking van heftige gebeurtenissen.
“In de jaren 80, en daarvoor waarschijnlijk ook, heerste vooral een sfeer
van niet zaniken en niet huilen, gewoon schouders eronder en door.”
Toen Carlo Schippers bij zijn opleiding bij de FBI begon was daar wel aandacht voor de gevolgen van het bij voortduring blootgesteld zijn aan de confronterende details van de zaken waaraan werd gewerkt. Ook kreeg hij als onderdeel van de opleiding een training hoe dit soort signalen bij jezelf te herkennen.
Tegenwoordig is de begeleiding vanuit de politie in Nederland sterk verbeterd. Er is meer aandacht voor de gevolgen van het geconfronteerd worden met ernstige zaken en ook de mogelijk hieruit voortkomende PTSS-problematiek. Voor de recherchepsychologen zijn er jaarlijkse mental check ups , waarbij ze in gesprek gaan met een psycholoog over hun werk, privéomstandigheden en algemeen welzijn, om zich ontwikkelende problematiek voor te zijn.
Hoe word je in deze tijd profiler?
Schippers was tijdens de eerste jaren van zijn werk de enige profiler van Nederland en de enige die zijn opleiding bij de FBI heeft gehad. Inmiddels zijn er meer dan 40 recherchepsychologen, die een specifieke Post Master opleiding binnen de politie hebben afgerond. De voorwaarden om als recherchepsycholooog te kunnen werken zijn het behalen van, bij voorkeur, een universitaire Bachelor Psychologie en een verplichte Master Psychologie of Orthopedagogiek. Een voorbeeld van zo’n Master is ‘Forensic Legal and Psychology’, zoals deze gegeven wordt op de Erasmus Universiteit. Er is dus een maar een kleine kans dat je bij de politie als recherchepsycholoog kan worden aangenomen door het geringe aantal posities en de ruime concurrentie wanneer op een vacature meer dan 200 reacties komen. Schippers gaf aan dat als je dit werk ambieert het zeker mogelijk is, maar je wel realistisch moet zijn en de haalbaarheid moet meerekenen.
“Er is altijd een kans. Maar het is een kwestie van zeker weten wat je wilt,
doorzetten en volhouden.”
Literatuur:
Federatie Nabestaanden Geweldslachtoffers. (2021, 20 februari). Uitgaan of naar de les, waarom met een mes? [Video]. Federatie Nabestaanden Geweldslachtoffers. https://fngnederland.nl
Fonds Slachtofferhulp. (z.d.). Rouwtherapie na moord. Rouw behandeling. https://rouwbehandeling.nl/rouw-na-moord/therapie
Hoe ga je om met rouw en verlies? (I. Enthoven; seizoen 1, aflevering 8). (2020, 29 november). https://open.spotify.com/episode/0YSifjomNrJke0mMLL6YVl?si=M2mW-KLMS1W5KHsg_Xjvmw
Hulp na moord of doodslag: Omgaan met verwerking van verlies. (z.d.). Slachtoffer HULP Nederland. https://www.slachtofferhulp.nl/gebeurtenissen/moord-of-doodslag/#:~:text=Nabestaanden%20van%20moord%20of%20doodslag,ook%20op%20voor%20jouw%20belangen.
Mailuhu, A. (2017). Therapie nabestaanden voor rouw na moord. Huisarts en Wetenschap, 60(6). https://doi.org/10.1007/s12445-017-0162-0
Slachtofferhulp en herstelbemiddeling. (2001). Justitiële verkenningen, 27(03).
Van Wijk, A., Van Leiden, I., & Ferwerda, H. (2012). Casemanagement Levensdelicten: Een evaluatie van het project “voorziening voor nabestaanden en slachtoffers van levensdelicten” van Slachtofferhulp Nederland over de periode 2008 tot 2010. In Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum. Bureau Beke. http://hdl.handle.net/20.500.12832/1686
Wijk, A. P., Leiden, I., Ferwerda, H. B., Smulders, A., & Schaap, W. (2013). Over leven na de moord: de gevolgen van moord en doodslag voor de nabestaanden van de slachtoffers en de ondersteuning door Slachtofferhulp Nederland.